Geschreven door A. van Beintum, een geboren Friezin die eigenlijk Annie Johanna Visser heette en in Gorinchem bekend was als Mejuffrouw Visser van de bibliotheek. Het gedicht is een bewogen oproep tot stadsvernieuwing en met name voor goede zorg voor de smalle stegen.
ONZE STEGEN
Ga de stegen; zie een muurvlak,
dat een binnentuin verraadt:
't groen zich overhangen laat.
Dichtgespijkerd zijn er panden:
alle in zeer slechte staat
onbewoonbaar eens verklaard.
Toch aantreklijk om te wandlen
door zo'n steegje: voor 't verstaan
van 't verleden. Verder gaand
't pakhuis met een kleurig wapen
en het jaartal van ontstaan.
Jaren, eeuwen zijn vergaan
sindsdien. Onze oude stegen,
't loont de moeit' om er gedegen
ernstig aandacht aan te geven.-
Zoek het straatje waar Van Boxtel
lang al z'n bedoening bergt;
kar met paard z'n zorgen vergt.
't Bakkerstraatje en Van Boxtel;
steeg, waar nog een paard in woont,
beuk en vlier aan't muurwerk troont,
zo heeft Gorcum er nog meer,
waar ik graag m'n voetstap zet.
Gorcum zerg dat gij hen redt.
Vanaf gedicht 15: Ga rechtsaf op de Langendijk tot u op het kruispunt met een brug komt. Daar gaat u rechtsaf de Bornsteeg in. Halverwege de Bornsteeg, aan uw linkerhand, ziet u op een klein bordje het zestiende gedicht.
Klik hier voor de routebeschrijving
Klik op de playknop om het gedicht te beluisteren