Deze strofe komt uit de in Gorinchem gesitueerde roman ‘De Waterman’ van Arthur van Schendel uit 1933. De auteur vertelt het verhaal van Maarten, een jongen die tijdens de Franse bezetting in de stad woont. Hij is op zijn hoede voor de Franse soldaten die hem kunnen aanhouden en kent de gevaren van het hoge water en slechte dijken. Het spannende en ontroerende verhaal is niet alleen voor inwoners van Gorinchem een aanrader!
De scheef staande Grote Toren werd gebouwd in de vijftiende eeuw. De huidige Grote Kerk werd er medio negentiende eeuw tegenaan gebouwd als vervanger van een Gotische voorganger die tijdens de Franse bezetting zwaar werd beschadigd.
'Maarten liep dadelijk naar de kerk,
hij vouwde zijn handen onder het hoge
raam en bad voor allen die in de stad
en in de polder woonden vergiffenis
van het water, hij bad snel, want hij
durfde niet lang weg te blijven'
Vanaf gedicht 8: Loop naar links en u komt bij de Grote Kerk. Daar vindt u het volgende gedicht, voorbij de toren aan de muur aan de zuidzijde.
Klik hier voor de routebeschrijving
Klik op de playknop om het gedicht te beluisteren